Afscheid nemen van Nationaal Programma Groningen is onmogelijk. De impact van het programma op de inwoners van Groningen is zo groot, dat commissaris van de Koning René Paas er mee te maken blijft hebben. Ook al is hij per 31 januari geen voorzitter meer van het bestuur. “Nationaal Programma Groningen behoort tot de grootste en meest kansrijke ontwikkelingen voor de toekomst van onze provincie.”
De doelen zijn scherp, het bestuur is ingericht en de eerste toedelingsronde van geld heeft plaatsgevonden. Na drie jaar is het programma nu ‘goed van de kant’, zoals René Paas dat in roeierstermen verwoordt. Hoe pakken we dit aan? Deze vraag lag in het begin voluit op tafel. Niemand had immers ervaring met een dergelijk grootschalig programma. Zoekend naar eigen tradities, zowel in het toebedelen van geld als met de inrichting van het bestuur, ontstond het grootste democratische proces ooit in de provincie Groningen. Alle raden van de deelnemende gemeenten en de Provinciale Staten van Groningen hebben ermee in moeten stemmen. Nu het programma ‘volwassener wordt en voor grote keuzes komt te staan’, draagt de commissaris van de Koning, die deze rol als rijksheer vervulde, de voorzittershamer over. Hoe dat voelt? “Zoals het hoort, afscheid nemen van een rol die ik met veel plezier en betrokkenheid vervuld heb.”
Niemand zit op een programma te wachten, wel op een dorp dat leefbaar is.
Groningers die met de handen diep in de broekzakken tevreden door de provincie lopen en zeggen: Kijk, wat hier gebeurt is waardevol en kansrijk en maakt verschil in mijn leven en dat van heel veel anderen. Dat is wat René Paas Groningers gunt. Maar eerlijk, als hij terug- en vooruitkijkt, is Nationaal Programma Groningen dan waar Groningers op zitten te wachten? “Nee, natuurlijk niet. Niemand zit op een programma te wachten. Wel op een dorp dat leefbaar is, een omgeving die aantrekkelijk is, en waar je kinderen werk kunnen vinden in de buurt waar ze wonen. En op ontwikkelingen waar de wereld bewonderend naar kijkt waar we als Groningers trots op kunnen zijn.”
Grote keuzes
Bij de start van het programma in 2018 zag hij werk als het ‘beloofde land’ van het programma, Groningers moesten ervan kunnen eten. “Dat kan nu nog niet, daarvoor is het te vroeg. Natuurlijk, zodra je overheidsgeld besteedt, komen er aannemers aan het werk, dus in dat opzicht kunnen er direct mensen van eten. Maar het programma is ambitieuzer en veel méér dan dat. Het heeft in zich dat Groningers juíst op de lange termijn betere kansen hebben op werk.” Dat vraagt om grote keuzes met grote maatschappelijke impact. “Niet alleen binnen het nationaal programma, ook daarbuiten, zijn er volop nieuwe kansen om Groningen in haar voordeel te veranderen en onze doelen te realiseren. Hoe creëer je bijvoorbeeld werkgelegenheid die past bij onze provincie? Kijkend naar wat grote, oeroude landbouwcorporaties maken en wat hoogwaardige, hoogtechnologische werkgelegenheid oplevert omdat we zélf de kennis hebben om innovatieve producten te maken. Maar ook, wat zou Nationaal Programma Groningen kunnen doen voor het opleidingsniveau binnen onze provincie, want dat is het kapitaal van een volgende generatie.”
Het bestuur ontkomt niet aan zelfreflectie.
Zelfreflectie
Tussen met passie en grote betrokkenheid gesproken woorden door bespreekt de scheidend voorzitter de opgaven voor het bestuur. “Bijna nergens in het openbaar bestuur worden de doelen zo precies geformuleerd en prestatie zo goed gemeten als bij Nationaal Programma Groningen. Dat is hartstikke goed, maar ook kwetsbaar als je je hoge doelen niet haalt. In de komende tijd ontkomt het bestuur niet aan zelfreflectie. Welke programma’s bieden de beste garanties op perspectief voor Groningen? Als we echt iets willen veranderen, is nú het moment om scherp na te denken. Om zelf een toekomst te maken, waarin we werk maken van de aanlanding van groene stroom en waterstof in de Eemshaven. Dus in het hart van het aardbevingsgebied. Krijgt werkgelegenheid daar een impuls, dan praat je over grote dingen, dat vind ik écht kansrijk.”
Gemeente- en provinciebestuurders laten zich door Toukomst inspireren.
Toukomst
Geef het geld toch gewoon aan de Groningers, zei men in begin. Ze zouden beter af zijn als het geld gewoon op hun bankrekening kwam. Het nationaal programma laadt toch een beetje de verdenking op zich een speeltje voor bestuurders te zijn? Zo werd Toukomst geboren. Het grootste democratische vernieuwingsproject van Nederland met bijna duizend ideeën. En een panel dat dat enthousiasme omzette in voorstellen voor de besteding van maar liefst 100 miljoen euro. “Zo’n panel blijft natuurlijk niet lang een doorsnede van de bevolking. Want ze gaan hard aan de slag met een stortvloed aan informatie en weten daardoor al snel veel meer dan de vele Groningers die het hoogstens belangstellend volgen. Dat hebben ze gemeen met gemeenteraads- en Statenleden. Die houden trouwens hun eigen verantwoordelijkheid. Want de plannen van Toukomst krijgen dezelfde strenge beoordeling in het bestuur. En bijna altijd moeten ze een plek vinden in een gemeente. Dus werken met een ideeënwedstrijd en een panel is geen vervanging voor de ‘oude’ parlementaire democratie. Die blijft nodig. Het is er wel een verrijking van. En het is geweldig om te zien dat gemeente- en provinciebestuurders zich ook laten inspireren.”
Betrokkenheid van kabinetsleden en departementen spreekt niet altijd vanzelf.
Spiering en kabeljauw
Het programma is niet bedoeld om 1 miljard euro op te stoken en dat was het dan. Het moet helpen om met groter gemak andere financiering aan te trekken. Een klassiek geval van spiering uitgooien om kabeljauw te vangen. “Het programma gooit iets uit om iets veel groters binnen te halen. Op die manier maakt het programma een veelvoud van wat er op de plank ligt. Zo is het ook door het kabinet bedoeld, als startkapitaal.” Desondanks rept het nieuwe regeerakkoord hier met geen woord over. “Het nationaal programma is een programma van alle overheidslagen tegelijk, gemeenten, provincie en Rijk. Toch spreekt de betrokkenheid van kabinetsleden en departementen niet altijd vanzelf. Ik acht mijn opvolger Johan Remkes bijzonder goed in staat om de noodzakelijke brug naar Den Haag te slaan. Dat is ook nodig, want nadat Nederland voor meer dan 400 miljard aan gasbaten aan Groningen heeft verdiend, is het niet te veel gevraagd om Groningen een impuls te geven. Naar Johan wordt geluisterd, dat heeft hij inmiddels ruimschoots bewezen. Van alle Groningers is hij dan ook het meest in staat om Den Haag bij Groningen te betrekken.”