‘Groningers moeten kunnen eten van het Nationaal Programma’

‘Het is me wat’ en ‘wat een verdriet’. Er ontstaat al snel een tobberig gesprek over Groningen als het over de gaswinning gaat. Daarom heeft Nederland volgens voorzitter René Paas in ‘zijn’ Groningen veel recht te zetten. Niet alleen met schadeherstel en veilige woningen, maar met een gebaar dat ook Groningers rechtstreeks kunnen profiteren van de voordelen van de gaswinning. Dat gebeurt nu met Nationaal Programma Groningen. Ruim 1 miljard euro ligt klaar. Natuurlijk voor leefbaarheid in dorpen en om economische groei te stimuleren. Maar volgens programmadirecteur Siem Jansen zeker ook om Groningse oplossingen aan te dragen voor de nationale energietransitie. ,,Want iets teruggeven zit nu eenmaal in onze aard.’’

René Paas, voorzitter Nationaal Programma Groningen
Ziet werk als het ‘beloofde land’ van Nationaal Programma Groningen en vindt dat Nederland veel heeft recht te zetten in Groningen. ,,Is Groningen straks de provincie die Nederland ongekende welvaart heeft bezorgd en zélf met de resten van de gaswinning blijft zitten? Of wonen we in veilige huizen, hebben we allemaal werk en kunnen onze kinderen in welvaart opgroeien?’’

Vertrouwen in de toekomst heeft alles te maken met het vinden van werk in je eigen woonomgeving. Voor wie hem midden in de nacht wakker maakt, lepelt René Paas dan ook zo de voordelen op van betaald werk. ,,Ik vind het essentieel dat Groningers van Nationaal Programma Groningen kunnen eten. Aan de randen van onze provincie zie je dat de bevolking van dorpen ouder wordt en in getal afneemt. Dit heet krimp en gaat over het wegtrekken van jonge mensen om werk te vinden. Op termijn is dat de dood in de pot. Wij hebben met Nationaal Programma Groningen geld in handen om dit tij te keren. Leefbaarheid heeft immers alles te maken met het vinden van werk.’’

Glansrijk

Veel projecten van Nationaal Programma Groningen gaan dan ook zorgen voor werk. Dat is volgens Siem Jansen dé manier om dorpen in de toekomst leefbaar te houden. Druk met opzetten van zijn programmabureau wijst hij de eerste mensen al de weg hoe ze een idee tot uitvoering kunnen brengen. ,,Lekker concreet, met bijvoorbeeld het maken of verbeteren van een projectplan. Gemeenten en provincie hebben hier mensen voor in dienst, maar een buurt- of sportvereniging niet. Alle plannen moeten een soort examen doorstaan, wij zorgen samen met de indieners dat hun plan glansrijk slaagt.’’

Startgeld

Een ander deel van Jansens’ werk is het vinden van cofinanciers. Want één ding is Nationaal Programma Groningen zeker; startgeld. Een miljard is veel, maar tegelijkertijd ook weer niet. Paas is er dan ook op gebrand dat dit ene miljard het beginkapitaal is voor wat de Groningers nodig hebben en wensen. ,,Kijk naar het zorgconvenant, dat is een goed voorbeeld van cofinanciering. Zorgpanden versterken is noodzakelijk en dat betaalt de NAM. Maar, bedachten de eigenaren, we gaan nu onze oude panden versterken terwijl ze eigenlijk niet meer voldoen aan de vraag van de toekomst. Tegelijk met de versterking willen ze de zorg vernieuwen. Dat is een heel ander verhaal dan het aardbevingsbestendig maken van de huidige panden alleen. Daarom hebben ze hun spaargeld bij elkaar gelegd en zijn ze langsgegaan bij de minister en Nationaal Programma Groningen. Met rijksgeld erbij wordt er in totaal 570 miljoen euro geïnvesteerd in nieuwe, aardbevingsbestendige zorgpanden en legt Nationaal Programma Groningen er 40 miljoen euro bij voor zorgvernieuwing. Zo maken we van het beschikbare geld een veelvoud.’’

Praktisch

,,Dit kan natuurlijk ook met lokale initiatieven en kleinere bedragen’’, vult Jansen aan. ,,Ons team gaat vanaf de zomer met inwoners in gesprek om ideeën op te halen. Bij elk goed idee zoeken we de juiste partners om het uit te voeren. Dit kan de bakker om de hoek zijn, maar ook de buurtvereniging, de dorpsschool of de gemeente.’’ Jansen houdt het vooral praktisch en concreet. ,,In het dorpshuis samen met inwoners, gemeenten en ondernemers wensen en belangen afwegen. Daarna is het aan de gemeente om de resultaten te bundelen en uiteindelijk in te dienen bij het programmabureau.’’

Siem Jansen, directeur Nationaal Programma Groningen
Gepokt en gemazeld in het publieke domein, al zit de Groninger daar volgens hem niet op te wachten, wil hij mensen met ideeën verder helpen. ,,Dezelfde energie die je krijgt van vrijwilligerswerk, om in je dorp iets voor elkaar te betekenen, hoop ik bij inwoners aan te boren met Nationaal Programma Groningen. Als dat lukt, komt er een ideeënstroom opgang die niet meer te houden is waarmee we óns Groningen-na-de-gaswinning leefbaar kunnen maken.’’

Voorbeelden

Zichtbaarheid van Nationaal Programma Groningen is voor Jansen, zeker in de beginfase, erg belangrijk. Mensen moeten een beeld krijgen met welke ideeën ze bij hem terecht kunnen en wat hij voor ze kan doen. Geen ideeën over de schutting gooien met de boodschap: regel het maar voor ons. Voorbeelden heeft Jansen al uit eerdere ervaringen. ,,Het Energie Initiatief Kantens heeft allerlei contacten aangeknoopt en zelf een plan gemaakt voor het lokaal opwekken van zonnestroom. En de vrijwilligers van het Visserijmuseum in Termuntenzijl zijn pas met een gerichte vraag gekomen na zelf al veel inzet te hebben gepleegd. Mensen met vergelijkbare ideeën en inzet kunnen wij helpen bij het nemen van hindernissen, zodat ze met hun eigen plan verder kunnen. En een van de hulpmiddelen die we kunnen inzetten is geld.’’

Vertrouwen

Wanneer is Nationaal Programma Groningen geslaagd? Het voor de hand liggende antwoord is natuurlijk als er veel projecten worden uitgevoerd. Maar juist de onzichtbare kant van het programma is volgens Paas veel belangrijker. ,,Het slaagt als mensen vertrouwen krijgen in de toekomst. Vertrouwen dat ontstaat door het opknappen van de omgeving. Het dorp wordt mooi, projecten worden gerealiseerd en mensen ervaren positieve energie. Uiteraard is het hebben van werk hierin geen detail, want werk is een belangrijke voorwaarde om goed te kunnen leven.’’ Jansen ziet nog iets anders. ,,Kijk naar wat er gebeurd is met de culturele hoofdstad Leeuwarden. Vooraf was het sentiment onder de Friezen: het wordt niks. Nu het wél wat geworden is, is het besef gegroeid dat je samen iets prachtigs kunt bereiken. Dat heeft mensen innerlijk veranderd. Voor mij is het programma geslaagd als we dat bereiken bij ons in Groningen.”


Lees meer…