Artikel in MOI Ten Boer: ‘Kracht en trots die in ons zit boren we aan’.

Zij is er de ‘founding mother’ van en hij ‘maakt kwartier’ voor de toekomst van Groningen. Fleur Gräper en Frank de Vries in gesprek. NB:ten tijde van dit artikel was Frank de Vries burgemeester van de gemeente Ten Boer. Deze gemeente is gefuseerd met de gemeente Groningen

Samen met de Groningers die bovenop het gasveld wonen zetten ze zich in voor een aardbevingsbestendige regio die bovendien goed is voorbereid op de toekomst. ,,Wij moeten nog leren trots te zijn op wat we hebben.’’

Kracht en trots die in ons zit boren we aan

FLEUR GRÄPER

Haar ogen glimmen als Gräper over Groningen en de Groningers praat. Ze vertelt telkens weer onder de indruk te zijn van de veerkracht van de mensen. ,,Ondanks alle problemen durven ze vooruit te kijken en na te denken hoe hun wereld er na de gaswinning uit moet zien. Dan voel ik me trots op de provincie die ik mag vertegenwoordigen, zeker als ik in Den Haag ben.’’ Het liefst zou ze daar een ‘pochlijstje’ laten zien. ,,Maar wij zijn niet zo goed in trots zijn op wat we in huis hebben.’’ En dat is veel. Gräper noemt het ‘assets’. Het havengebied, de internet backbone en het Google datacenter, het aan wal komen van kabels met stroom die is opgewekt door Noorse waterkracht. Natuurlijk, windenergie en waterstof als alternatieven voor gas. ,,Want als we iets zijn en blijven, dan is het wel dé energieprovincie van het land.’’ Maar er is meer. Het cultuurlandschap met eeuwenoude kerken. De eindeloze koolzaadvelden en akkers met suikerbieten. En natuurlijk de stad. ,,Wist je dat Groningen na Amsterdam de meest succesvolle plek van Nederland is voor jonge startups?’’

Erkenning

De vraag dringt zich op of Groningen wel een Nationaal Programma nodig heeft. De Vries, kwartiermaker en tot 1 januari nog burgemeester van Ten Boer, laat daar geen twijfel over bestaan. “De aardbevingen hebben niet alleen scheuren in onze huizen veroorzaakt. Dit gaat over de leefbaarheid op het platteland, de beschikbaarheid van banen en de wijze waarop het economisch gewin van gas veel te lang boven de veiligheid van de Groningers is gesteld.” Nationaal Programma Groningen is een afspraak tussen Rijk en regio om, na de aardbevingen, samen te investeren in Groningen. Genoegdoeningsgeld? “Zie het als een investering, een startkapitaal, waarmee we dingen gaan aanjagen. En ja, voor een deel is het de erkenning van het Rijk dat er meer schade is dan alleen aan huizen.”

Fleur Graper en Frank de Vries in het provinciehuis

Geluksgroningers

Gräper vindt het programma eerder een erkenning van de kracht die in de Groningers zit. ,,Dat iedereen in het gebied niet alleen spreekt over wat kapot is, maar ook durft te dromen hoe we het straks willen hebben. De kracht en trots die in ons zit boren we met dit programma hopelijk aan.’’ Als we dit bij elkaar weten los te maken vindt De Vries het de goede kant op gaan. ,,Ik hoorde laatst iemand zeggen: wat wij willen is ‘geluksgroningers’. Dat vind ik mooi. Dit geluk komt ons natuurlijk niet aanwaaien, daar moeten we samen aan werken. Maar met Nationaal Programma Groningen ontstaat er maatschappelijke energie om huizen, wijken en dorpen niet alleen aardbevingsbestendig, maar vooral toekomstbestendig te maken.’’ En nee, 1.15 miljard is volgens Gräper niet genoeg. ,,Het is een startkapitaal, een investering. Maar de vraag is niet hoevéél geld gaat er komen, maar wát gaan we realiseren. Als wij met dit geld de goede dingen weten te doen, dan komt de rest vanzelf.’’

Alles Wat de mensen hiervan merken? ,,Ons team zorgt ervoor dat we begin volgend jaar met dit programma kunnen starten’’, verklaart De Vries zijn rol als kwartiermaker. ,,Dan is duidelijk waar iedereen met ideeën zich kan melden. Alles mag, groots en meeslepend en kleinschalig en concreet. Dit is veel breder dan de huizen weer goed maken, dit gaat ook over hoe mensen omgaan met hun omgeving.’’ Inwoners van dorpen willen volgens Gräper nu al van alles. ,,Dat zien we in de dorpsplannen voor de versterkingsaanpak. Die energie gaan we mobiliseren en omzetten in grootschalige projecten met veel partners én in kleine lokale initiatieven in de buurt. Zodat ik over enkele jaren in Den Haag ons ‘pochlijstje’ kan laten zien en kan zeggen: kijk, hier zijn alle Groningers trots op!’’


Lees meer…