Op 1 januari 2025 stopte Johan Remkes als voorzitter van Nationaal Programma Groningen. Remkes benadert zijn afscheid rationeel: “Ik stopte vanwege gezondheidsredenen. Maar alles afwegende is dit eigenlijk een heel natuurlijk moment. Nationaal Programma Groningen is op de helft en gaat een nieuwe fase in, nu vijf van de tien jaar voorbij zijn. Onze positie ten opzichte van Nij Begun krijgt de komende tijd vorm en dan gaat het er vooral om hoe we inspelen op de economische agenda. Deze periode van verandering voelde voor mij als een logisch punt om een stap terug te doen.”
Nauw betrokken
Remkes beschouwt de drie jaar van zijn voorzitterschap als een waardevolle periode. “Ik werd na mijn aantreden positief verrast door de organisatie van Nationaal Programma Groningen. Aan de professionaliteit en inzet van het programmateam bewaar ik de meest prettige herinneringen. Bij mijn aantreden was er behoefte aan een voorzitter met nauwe betrokkenheid bij alles wat er gebeurde binnen het programma. Dit paste precies bij de manier waarop ik mijn rol als voorzitter in wilde vullen.”
Bij mijn aantreden was er behoefte aan een voorzitter met nauwe betrokkenheid bij alles wat er gebeurde binnen het programma.
Minder vrijheid
Niet alle verwachtingen van Remkes, in zijn rol als voorzitter, kwamen uit. “Mijn beeld van de vrijheid die je als bestuur hebt, was anders dan verwacht. Dit had vooral te maken met de verdeling van het geld, die al tot op de vierkante centimeter was vastgesteld. Een groot deel van het geld van Nationaal Programma Groningen was na de start al toegezegd aan gemeenten en de provincie. Die verdeling zorgde er ook voor dat je meer ‘kleinere’ projecten per gemeente krijgt in plaats van grote, regiobrede. De verdeling die al vaststond gaf het bestuur en mijzelf als voorzitter, minder flexibiliteit bij het maken van keuzes.”
Zichtbare resultaten
Gepaste trots voor wat er vanuit Nationaal Programma Groningen is neergezet, vindt Remkes zeker op zijn plaats: “De organisatie is gedurende de afgelopen vijf jaar steeds sterker en effectiever geworden. Er is ook veel voorwerk voor Nij Begun gedaan. Ook al is er kritiek op de kleine projecten; dit zijn juist de concrete en zichtbare resultaten die leefbaarheid en sociale samenhang in dorpen en wijken kunnen bevorderen.” Ook regiobreed is er veel gebeurd. “Ik heb de economische crisis in deze regio meegemaakt in de jaren tachtig. We staan er nu vele malen beter voor wat betreft leven, wonen, werken en recreëren in Groningen. De brede welvaart, zoals we dat noemen, is er echt op vooruit gegaan.” Dat neemt niet weg dat we nog steeds een stevige uitdaging hebben, als het gaat om economisch perspectief. Dat geldt vooral in bepaalde delen van onze provincie. “Want verschillen binnen Groningen, die zijn er! In Oost-Groningen en een deel van Noord-Groningen is nog een flinke economische inhaalslag nodig”, zegt Remkes.

Kijk naar het geheel
Eerdergenoemde flexibiliteit ziet Remkes als dé cruciale factor bij toekomstplannen voor Groningen. Een lange termijnvisie is immers nog moeilijk te concretiseren. “Als er één ding is wat we niet weten, is het hoe onze economie er over tien, twintig of dertig jaar uitziet en wat het effect daarvan op ons leven is.” Dit ziet Remkes als de grootste uitdaging, over welk investeringsprogramma het ook gaat. “Ik durf niet te voorspellen welke mooie sectoren, ondernemingen of projecten in deze dynamische economie tevoorschijn komen. Dat betekent dat we naar de mogelijkheden in onze regio moeten kijken vanuit een macro-economisch perspectief. Versterk de Groningse economie als geheel en stimuleer samenwerking en samenhang tussen sectoren”, aldus Remkes.
Versterk de Groningse economie als geheel en stimuleer samenwerking en samenhang tussen sectoren.
Extra aandacht voor mkb
Vooral in het midden- en kleinbedrijf is dit nodig. “Daar liggen naar mijn idee de grootste uitdagingen. De mkb-sector heeft het zwaar, maar heeft tegelijkertijd de meeste kansen als het gaat om vernieuwing, betere samenwerking en innovatie gaat.” Remkes: “Als economische programma’s moeten we het mkb helpen om in deze positie te komen, zodat ondernemers klaar zijn om met deze vernieuwingen aan de slag te kunnen gaan.”
Bijzonder moment
Terugkijkend op zijn tijd als voorzitter, doet het Remkes goed dat hij een rol kon spelen bij de kabinetsreactie op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie ‘Groningers boven gas’. “Namens Groningen konden commissaris van de Koning René Paas, voormalig burgemeester Koen Schuiling en ik een duidelijke gezamenlijke boodschap brengen in Den Haag. We deden dat in nauwe samenwerking met staatssecretaris Hans Vijlbrief en andere leden van het kabinet. Onze oproep: het moet vanaf nu volledig anders bij het herstel van de gaswinning. Zorg voor geloofwaardige inlossing van de ereschuld, met respect en een centrale rol voor onze inwoners bij schadeherstel en versterking. Zonder een bureaucratisch doolhof. Maar mét compensatie voor hun leed en perspectief voor de regio.”
De komende jaren gaan we er, vanuit Nationaal Programma Groningen, voor zorgen dat er nog meer mooie initiatieven zichtbaar worden.
Menselijke factor is bepalend
Remkes ziet de inwoners van Groningen als doorslaggevende factor in het verder verbeteren van perspectief in onze provincie. “Nationaal Programma Groningen heeft laten zien dat hier ontzettend veel mensen zijn met goede ideeën. Ideeën die met wat financiële steun ook echt gerealiseerd kunnen worden. Ik zie de toekomst van Groningen dan ook positief tegemoet. Die positiviteit is wat we samen nodig hebben. Met een houding van ‘het was niks, het is niks, het gaat nooit wat worden’ komen we er niet. Juist die ambitieuze mensen en organisaties maken het verschil. Inwoners kunnen samen voor grote veranderingen zorgen. De komende jaren gaan we er, vanuit Nationaal Programma Groningen, voor zorgen dat er nog meer mooie initiatieven zichtbaar worden. Geld is daarbij slechts een hulpmiddel. Het gaat om de Groningers.”